In gesprek met pleegouders Heidi en Johan
“Iedereen is welkom in huize Van Vulpen”
‘Vijf pleegkinderen in de leeftijd van 13 tot en met 18 jaar, een grote opbouw op het huis en veel aandacht en gezelligheid in huize Van Vulpen. Dat is de situatie anno 2020. Heidi laat de foto zien die in de woonkamer aan de muur hangt met de hele familie Van Vulpen en hun pleegkinderen. Een speciaal aandenken, gekregen van de ouders van drie pleegkinderen, die na jaren van pleegzorg nu weer bij de ouders thuis wonen.’
Hoe het begon
Tien jaar geleden hadden Heidi en Johan van Vulpen nog nooit over pleegzorg nagedacht. Heidi werkte in een gezin dat in zwaar weer verkeerde. De moeder vroeg Heidi om haar kinderen op te vangen. Heidi besprak het idee met haar man Johan. Samen besloten ze de deur van hun huis open te zetten om de kinderen én daarmee ook de ouders te gaan helpen. Heidi vertelt: “Ik had inmiddels een band met deze kinderen opgebouwd door mijn werk bij hun thuis. Het voelde bijna als natuurlijk dat ik samen met mijn man Johan de zorg voor deze kinderen zou overnemen totdat de ouders weer in staat waren om het zelf te doen.”
Samen ervoor gaan
Toch is de keuze voor pleegzorg nogal een beslissing. Heidi geeft aan: “Natuurlijk is dit altijd een zorgvuldig gekozen stap. Het belangrijkste is dat je het samen doet, en er echt allebei achter staat. Zo ben ik alle dagen thuis om voor de kinderen te zorgen. Ik heb dagelijks contact met allerlei zorginstanties en regel de afstemming met de ouders. Mijn man doet de kinderen vaak naar bed. Hij leest ze voor, en nu ze groter zijn praat hij met ze. Zo heeft hij, na een dag werken, het contact met de kinderen. En hij houdt van orgelspelen, terwijl de piano die hier in de woonkamer staat door verschillende kinderen wordt bespeeld.”
Netwerkpleeggezin
Na de komst van de eerste twee kinderen deed zich al gauw een situatie voor in hun eigen kennissenkring waardoor ze hun huis openstelde voor nog drie kinderen uit één gezin. Heidi vervolgt: “Wij zijn echt een netwerkpleeggezin. Dat betekent dat we eigenlijk alleen kinderen via kennissen of familie of de kerk in huis krijgen. Ook al ontstaat alles via-via, bij een plaatsing gaat alles wel formeel, via een pleegouderorganisatie Entrea Lindenhout. Dat is fijn alles onder een dak. Met nu acht kinderen in totaal heb je al met zoveel instanties te maken. En ze begeleiden ons erg goed bij vragen. Er zijn ook wel eisen, zoals dat elk kind recht heeft op een eigen kamer. Daarom hebben we een opbouw op ons huis gemaakt. In het weekend gaan sommige kinderen naar huis, er komen dan twee andere kinderen bij ons die er door de week niet zijn.”
Alle kastjes werden opengetrokken
Dat het even wennen was kan Heidi niet ontkennen. Heidi geeft aan: “Na een week of zes zie je dat de kinderen zich echt thuis gaan voelen. Het ‘logeergedrag’ gaat dan over. Dat zijn wij gaan herkennen. Ze voelen zich dan ook een stuk vrijer. We moesten er in het begin aan wennen, want kinderen trekken dan zomaar kastjes open op zoek naar spelletjes of wat te eten. Dat waren we natuurlijk niet gewend toen we nog met zijn tweeën waren. Daar maken we ons nu totaal niet meer druk om. Het gevoel is nu: ‘Ons huis is van iedereen’. En belangrijk is dat de kinderen zichzelf mogen zijn. Wij geloven in God en hopen onze pleegkinderen mee te geven dat ze met alle zorgen en verdriet naar de Heere mogen. Het voorleven staat hierin centraal.”
Een grote beloning: een stralend en lachend kind
En dat iedereen welkom is in huize Van Vulpen dat straalt de foto aan de muur ook uit. Heidi geeft aan: “Veel kinderen komen hier met veel zorgen binnen. Als je ze langzaam ziet opbloeien, een keer hoort lachen en vol trots een verhaal aan je komen vertellen dan maakt mijn hart een sprongetje. Dat is waar we het voor doen. Een kind moet gezien worden om te kunnen groeien en zich te ontwikkelen. Daar geven we graag alle ruimte voor. En ze hebben veel steun aan elkaar. Wij hebben geen eigen kinderen, het zijn allemaal pleegkinderen en daardoor is er onderling een sterke saamhorigheid. De kinderen zitten allemaal in dezelfde situatie en kunnen dat met elkaar delen. De band met de ouders zien wij ook als een erg belangrijk onderdeel in het proces. De kinderen worden blij als ze zien dat wij goed met de ouders door een deur kunnen. Dat geeft ze een fijn en veilig gevoel.”
Eigen verdriet laten zien
Heidi geeft aan: “Toen er vorig jaar na de zomervakantie drie pleegkinderen gefaseerd weer terug gingen naar hun ouders, hadden we het een periode moeilijk. Kinderen horen thuis, daar zijn we van overtuigd. Ergens is het ook een compliment dat we het samen goed hebben gedaan, maar we moesten ook het afscheid verwerken. Dat verdriet maar ook bijvoorbeeld het verdriet over kleine dingen hebben we geleerd om te laten zien aan de kinderen. Daarmee hopen we ze te leren dat ook verdriet bij het leven hoort.”
Wat als je zelf pleegouderschap overweegt?
Tot slot zijn we benieuwd of je bepaalde kwaliteiten moet hebben om pleegouder te worden. Heidi denk even na en zegt dan: “Nee, het enige wat ik kan bedenken is dat pleegouders heel veel liefde en geduld nodig hebben. Dat de kinderen gezien worden. En dat kun je ze met eenvoudige dingen aanbieden. Kinderen hebben veel baat bij structuur in hun leven maar vooral ook aandacht, samen eten, met elkaar praten, daar heb je geen opleiding voor nodig. En het is echt nodig.” “Er zijn zoveel kinderen en ook ouders die je kunt helpen door pleegouders te worden. Wij ervaren het als een verrijking in ons leven, daarom is onze wens dit nog heel lang te blijven doen. En helemaal weg gaan de kinderen gelukkig niet. Regelmatig hebben we contact met kinderen die weer bij hun ouders wonen. Een ander kind woont nu op zichzelf en helpt mij in huis om alles netjes te houden. Mooi en waardevol toch?!”
Interesse om pleegouder te worden?De familie Van Vulpen vertelt u er graag over.