Winter in aantocht, klaar voor gladheidbestrijding
Signalen van mogelijke gladheid
Een glinsterend wegdek (zie foto), een witte houten brug, bevroren autoramen
De winter staat voor de deur. Het team Gladheidbestrijding van de afdeling Beheer Openbare Ruimte, staat weer klaar om te strooien bij gladheid.
We zijn er klaar voor!
Een ploeg van 24 man sterk verdeeld over twee ploegen houdt zich bezig met gladheidbestrijding in de gemeente. Ze bereiden zich voor op het komende winterseizoen. De nieuwe collega’s volgen begin november de cursus gladheidsbestrijding. “En het is nog even wachten op het arriveren van onze nieuwste aanschaf, een extra zoutstrooier voor fietspaden. Die is nodig, want inmiddels zijn er nieuwe wijken bijgekomen waar gestrooid moet worden bij gladheid. Zoals de wijken Veller en De Burgt in Barneveld en Holzenbosch en De Wikselaarse Eng in Voorthuizen,”vertelt Gerard van der Bij, teamleider Reiniging.
Wanneer treedt gladheid op?
Gladheid ontstaat door bevriezing van natte weggedeelten en/of bij sneeuwval. Wanneer het ’s nachts helder is en de temperatuur daalt tot op of onder het vriespunt, kan gladheid ontstaan. Gerard: “We weten soms pas op het laatste moment of het glad wordt. Vaak is dit vroeg in de ochtend, dan is het ‘t koudst en helder. We beginnen dan al om half 4 in de ochtend, zodat we voor het begin van de spits klaar zijn. Vorig jaar maakten we mee dat we net klaar waren toen het begon te sneeuwen. Daarom werken we ook in twee ploegen. Als het nodig is lossen we elkaar af.”
Een glad wegdek, let op!
Een gladde weg is niet altijd goed te herkennen. Bij sneeuwval is het duidelijk: de weg is wit. Bij opvriezen is het moeilijker, want de kleur van de weg verandert niet. Toch is gladheid te herkennen door het licht wat op de weg valt. Als er ‘kristalletjes’ zijn te zien, is het glad want dit zijn bevroren waterdruppeltjes (zie foto).Gladheid verschilt ook van plaats tot plaats. Het kan glad zijn in Garderen, met hoger gelegen wegen, terwijl Barneveld nergens last van heeft. Buiten de bebouwing vriest het ook sneller. Bruggen en viaducten zijn sneller glad door het ontbreken van warmte van de aarde. Ziet u wit op de houten brug in uw woonwijk, let dan op voor gladheid. Op deze houten bruggen wordt niet gestrooid: het zout komt door de kieren in het water terecht, wat schadelijk is voor het milieu.
Waar strooien we wel en waar niet?
Het wegennetwerk in gemeente Barneveld is uitgebreid. Daarom hebben we – op basis van veiligheid en het weggebruik– het netwerk onderverdeeld in twee strooirondes:
Strooironde 1
Deze wegen, straten en fietspaden strooien we op elk moment wanneer nodig. Ook ‘s nachts. De eerste strooironde omvat zo’n 360 kilometer. Het gaat om doorgaande wegen, wijkontsluitingswegen, busroutes en doorgaande fietspaden en winkel-straten. Voorbeelden zijn de Apeldoornsestraat en de Rijksweg in Voorthuizen, de Rooseveltstraat in Barneveld en de Heetweg–Nieuw Milligenseweg in Kootwijk.
Strooironde 2
Op de overige wegen (woonerven en wijkstraten), straten, pleinen en fietspaden strooien we pas als de wegen in de eerste strooironde voldoende zijn gestrooid. En dan ook alleen tijdens gewone werktijden. Dus niet in het weekend of op zon- en feestdagen.
Klappaaltjes fietspaden omlaag in winterseizoen
Om het strooien van de fietspaden te vergemakkelijken, zijn de aanwezige klappaaltjes in de winter-periode naar beneden geklapt. Zo hebben we geen tijdverlies bij het strooien en voorkomen we schade bij het omhoog en omlaag klappen van de paaltjes als deze zelf vastgevroren zijn. Voor alle duidelijkheid: ook als een klappaal naar beneden is geklapt, blijft het verboden om met een auto over het fietspad te rijden!
Strooizout
Voor het strooien gebruiken we puur strooizout (natrium chloride) zonder toevoeging van vloeistof. Zo verdwijnt het zout bij een droge weg vanzelf. Het blijft zelf niet plakken aan de weg. Daarom beginnen we ook pas met strooien als het wegdek vochtig is. Het strooizout zorgt ervoor dat het vriespunt wordt verlaagd. Het is werkzaam tot ongeveer -7 graden Celsius; bij lagere temperaturen vermindert de werking heel snel.
Onze werkwijze bij gladheid
Bij mogelijke gladheid meten we de gevoelige plaatsen en hebben we contact met andere wegbeheerders. We maken daarbij gebruik van een gladheidmeetsysteem in combinatie met informatie van een weerinstituut. Binnen een uur na oproep vertrekken strooiwagens om de strooiroute te rijden. Afhankelijk van de mate van gladheid strooien we per ronde 24 – 35 ton wegenzout. Een strooironde duurt ruim 2,5 uur. Sneeuw wordt eerst zoveel mogelijk geruimd met een sneeuwploeg of sneeuwbezem voordat er zout wordt gestrooid. Bij sneeuw in de nacht heeft strooien nog weinig zin; er is te weinig verkeer om het strooisel in te rijden. Ook zien de weggebruikers aan de sneeuw op de weg juist dat het glad is. Voor het bestrijden van de gladheid werken we samen met de andere wegbeheerders: Rijkswaterstaat strooit de autosnelwegen, de Provincie Gelderland strooit de provinciale wegen (bijvoorbeeld de route Barneveld - Kootwijkerbroek – Stroe – Garderen) en wij strooien de gemeentelijke wegen. Elke wegbeheerder is zelf verantwoordelijk voor het strooibeleid en bepaalt zelf of er al dan niet wordt gestrooid. In sommige gevallen strooit de ene wegbeheerder voor de andere. Dit heeft te maken met een logisch aansluiten van strooiroutes op elkaar.
Meer weten?
De gladheidbestrijding en strooirondes staan beschreven in het Gladheidsbestrijdingsplan 2006. Dit vindt u op de internetsite van de gemeente.